De titel van deze blog is “een goed begin is het halve werk”. Dit gezegde gaat ook op voor de start van ons leven. Wanneer we  in omstandigheden geboren worden die er met elkaar voor zorgen dat we als baby in ‘een veilig nest’ belanden, dan hebben we daar een leven lang lol van. Het omgekeerde is echter ook waar: wanneer we door een ongelukkige samenloop van omstandigheden geen goede start hebben, dan kunnen we daar ons leven lang last van hebben. Totdat we ons verzoenen met hoe het was en eventuele trauma’s die we in onze vroegste kindertijd hebben opgelopen helen. Dat komt dan niet alleen ons zelf, maar ook onze kinderen en partners ten goede.

“The Innocent in the Nest”

In Nature and the Human Soul vat Bill Plotkin de essentie van onze eerste levensfase – de vroege kindertijd – samen met het archetypische beeld van The Innocent in the Nest. De twee taken waar we in deze levensfase voor staan, zijn volgens Plotkin geen taken voor het kind, maar taken van de ouders. Het is aan de ouders om het jonge kind een veilige basis te geven, zowel binnen de culturele sfeer van het gezin als in de sfeer van de natuur die ons omringt.

Maar je kinderen een veilige basis bieden, hoe doe je dat?

We kunnen onze kinderen een veilige basis bieden door sensitief te zijn voor hun behoeften

In de psychologie worden vier hechtingstypen van kinderen onderscheiden. Deze worden veilig, onveilig vermijdend, onveilig ambivalent en gedesorganiseerd genoemd. Deze hechtingstypen komen tot uiting in een bepaalde combinatie van exploratiegedrag en hechtingsgedrag. Met exploratiegedrag wordt bedoeld dat het kind op onderzoek uitgaat. Met hechtingsgedrag wordt bedoeld dat het kind – nadat het ergens van geschrokken is of als de ouder even weg is geweest – contact zoekt met de ouder om een gevoel van veiligheid te herstellen.

Veilig gehechte kinderen vertonen een evenwichte balans tussen hechtingsgedrag en exploratiegedrag. Dit hechtingstype kan zich ontwikkelen wanneer ouders consequent sensitief zijn voor de behoeften van het kind.

Wanneer ouders niet altijd of vaak niet sensitief zijn voor de behoeften van het jonge kind, zal het kind een angstig hechtingstype ontwikkelen. Angstig ambivalent gehechte kinderen vertonen weinig exploratie- en veel hechtingsgedrag. Ze hangen als het ware de hele tijd aan moeders rokken, omdat ze er niet zeker van zijn of moeder nu wel of niet beschikbaar voor hen is. Angstig vermijdend gehechte kinderen vertonen juist veel exploratie- en weinig hechtingsgedrag. Zij hebben als het ware de conclusie getrokken dat hun ouders toch niet beschikbaar zijn en trekken zich terug in hun eigen wereldje. Dit hechtingstype kan ontstaan wanneer ouders consequent niet sensitief zijn voor de behoeften van hun kind.

Gedesorganiseerde kinderen vertonen weinig exploratie- en weinig hechtingsgedrag, maar reageren vaak angstig op de komst van ouders. Dit hechtingstype kan ontstaan wanneer het gedrag van ouders zeer onvoorspelbaar of zelfs gewelddadig is.

De sleutel om kinderen een veilige basis te bieden is dus om sensitief te zijn voor hun behoeften. Maar uit persoonlijke ervaring weet ik dat dit gemakkelijker gezegd is dan gedaan. En niet alleen omdat jonge kinderen nog niet in staat zijn om te verwoorden wat hun behoefte is. 

Mijn kinderen triggerden de onverwerkte trauma’s uit mijn eigen vroege kindertijd

Toen ik op mijn 26ste voor het eerst vader werd, ging er een wens in vervulling die ik al vanaf mijn kindertijd koesterde. In mijn vroege kindertijd was vadertje en moedertje spelen namelijk mijn favoriete bezigheid en later als ik groot ben, wilde ik wel 10 kinderen. Als jonge vader werd ik echter ook geconfronteerd met mijn onvermogen om aan te voelen wat mijn kinderen nodig hadden en/of ze te geven wat ze nodig hadden. Net als mijn eigen vader zorgde ik er als hoofdkostwinner voor dat we genoeg geld hadden voor het nodige voedsel, kleding en onderdak, maar liep ik met name emotioneel tegen mijn eigen grenzen op. Alhoewel het in eerste instantie vooral de moeder van onze kinderen was, die tegen mijn grenzen aan liep. Meer dan eens sprak ze uit dat zij – ondanks dat ik 3 à 4 dagen in de week thuis was om voor de kinderen te zorgen – het gevoel dat ik me niet echt met onze kinderen verbond en dat zij er alleen voor stond. En het heeft jaren geduurd voordat ik werkelijk begreep wat ze daarmee bedoelde. 

Onze tweede dochter was een huilbaby. Nachtenlang zat ik in een schommelstoel met haar op schoot. Na een tijdje viel ze dan tegen mijn borst in slaap, maar zodra ik haar voorzichtigin haar eigen bedje wilde leggen, werd ze weer wakker en begon ze weer hartstochtelijk te huilen. Een huilen waar ze ook als we haar lange tijd lieten huilen niet vanzelf mee stopte. Totdat haar moeder of ik haar weer oppakte, tegen ons aan hield en zachtjes wiegte. Na verloop van tijd brak me dat op. Door de combinatie van een veeleisende baan en de vele gebroken nachten raakte ik beetje bij beetje uitgeput en begonnen de onderdrukte emoties en onverwerkte trauma’s uit mijn eigen kindertijd los te trillen. Ik herinner me nog dat ik een keer midden in de nacht in machteloze woede met mijn baby-dochter heb staan schudden en tegen haar heb staan schreeuwen dat ze nu toch eindelijk moest gaan slapen. Wat natuurlijk in alle opzichten averechts werkte.

De onmacht waar ik in relatie to mijn kinderen tegen aan liep, was voor mij de aanleiding om rond de eeuwwisseling mijn eerste voorzichtige stappen op het pad van persoonlijke ontwikkeling te zetten. Maar pas 14 jaar later realiseerde ik me wat er met mij als vader aan de hand was. En het duurde nog 4 jaar voordat ik de wond uit mijn kindertijd ten diepste geheeld had. 

Onderbroken uitreiking

Tijdens mijn opleiding tot begeleider van familieopstellingen werd ik geraakt door een zin in een boek van Bert Hellinger. In deze zin beschreef hij hoe een kind reageert als de moeder niet reageert op zijn of haar uitreiking. In eerste instantie wordt het kind dan boos. Maar na verloop van tijd geeft het kind op, trekt zich terug in zijn of haar eigen wereldje en sluit zijn of haar hart af voor de moeder. Als de moeder dan weer terugkeert en uitreikt naar het kind, reageert het kind niet meer. In de psychologie wordt dit in een onderbroken uitreiking genoemd en ik voelde met elke vezel van mijn lijf dat deze beschrijving op mij van toepassing was. Bovendien herinnerde ik me dat mijn moeder ooit tegen me gezegd had, dat ze het lastig vond dat ik als kind niet met haar wilde knuffelen en dat ze het gevoel had als moeder door mij afgewezen te worden.

Inmiddels weet ik dat ik door een ongelukkige samenloop van omstandigheid een paar weken na mijn geboorte drie weken van mijn moeder gescheiden werd. De aanleiding voor deze scheiding was dat mijn ouders – in verband met de nieuwe baan mijn vader – kort na mijn geboorte van Ede naar Almelo verhuisden en mijn moeder haar handen meer dan vol had aan vijf kinderen, waarvan de laatste twee binnen een jaar geboren zijn. Om haar te ontlasten, werden mijn jongste broer en ik een paar weken bij tantes ondergebracht. En toen ik na een week of drie terug kwam was ‘het kwaad’ al geschied. Ik had het al opgegeven. Onbewust de conclusie getrokken dat ik het in dit leven alleen moest doen. En mijn hart voor mijn moeder gesloten. En daarmee feitelijk voor alle mensen. En wat mijn eerste vrouw en de moeder van onze kinderen volgens mij waarnam, was dat ik in en soort bevriezing of verdoofdheid terecht kwam in de tijd dat mijn kinderen een paar weken oud waren.

Veel mannen van mijn leeftijd (ik ben in 1969 geboren) hebben een soortgelijk bindingstrauma. In onze jeugd was het namelijk mode om kinderen die – buiten de strak geplande etenstijden en momenten dat verschoning nodig was  – huilden, alleen te laten totdat ze ophielden met huilen. Ouders werd met andere woorden geadviseerd om niet sensitief te zijn voor de behoeften van hun kinderen, maar hen zo vroeg mogelijk te leren om de wil van hun ouders te gehoorzamen. Menig kind is in die tijd dan ook door goedbedoelende ouders in een kamer, in de tuin of in elk geval op een plek gezet waar de ouders het gekrijs van het kind niet konden horen. Net zolang totdat ze het opgaven. Maar ook wanneer jonge kinderen noodgedwongen van hun moeder gescheiden worden, bijvoorbeeld wegens een langdurige ziekenhuisopname van het kind of de moeder, kan zo’n bindingstrauma ontstaan.

De relatie met moeder is de moeder van al onze relaties

Door het bindingstrauma dat ik in mijn vroegste jeugd in relatie met mijn moeder opliep, heb ik allereerst een vermijdend hechtingstype ontwikkeld. Onbewust werkte dit door in al mijn relaties met anderen. Ook in relatie met mijn kinderen. Hier kwam ik achter in de relatie met mijn tweede vrouw, die als kind een angstig ambivalent hechtingstype heeft ontwikkeld. De basis-dynamiek die door deze twee hechtingstypen tussen ons ontstond, was dat zodra ik onbewust de neiging volgde om mij in mijn eigen wereldje terug te trekken zij eveneens onbewust haar neiging volgde om aan mij te gaan trekken om bevestiging te krijgen. Heel irritant! Dit gedrag versterkte elkaar, totdat we ons van de dynamiek bewust werden en leerden hoe we – met de kracht van onze intentie – contact konden maken met het gevoel van basisveiligheid in ons zelf.

Wat ook lang in mijn relaties met anderen heeft doorgewerkt, zijn de beperkende overtuigingen die ik mijn vroege kindertijd onbewust gevormd heb. Onbewuste overtuigingen als ‘Er is iets mis met mij’, ‘Ik moet voor anderen zorgen om mijn bestaansrecht te verdienen’ en ‘Ik moet het alleen doen’. Daarnaast heb ik ook lang last gehad van bindings- en verlatingsangst. Of beter gezegd: de angst om mijn hart weer voor anderen te openen. Voordat ik de liefde en waardering die anderen mij wilde geven werkelijk kon ontvangen, moest ik eerst de onderdrukte pijn van het afgescheiden zijn uit mijn kindertijd alsnog als fysieke sensaties in mijn lichaam doorvoelen. 

Verzoening en heling

In de loop van mijn opleiding tot begeleider van familie-opstellingen werd mij pas helder wat de inpact van de onderbroken uitreiking in de relatie met mijn moeder op mijn leven is geweest. En Bert Hellinger liet me tijdens zijn laatste seminair in België zien hoe je met behulp van een opstelling op dit thema kunt werken. Inzicht in de impact die de ongelukkig samenloop van omstandigheden in mijn vroegste kindertijd op mij heeft gehad, heeft me geholpen om mij met mijn moeder te verzoenen.

Voor heling van mijn bindingstrauma was echter meer nodig. Dat meer vond ik tijdens mijn opleiding tot Soul Voice® Practitioner, maar kun je ook in andere vormen van lichaamsgerichte therpaie vinden. Dat meer bestond eruit dat ik geleerd heb om mijn aandacht in mijn lichaam te focussen, als fysieke sensaties te ervaren wat er in mijn lichaam te voelen valt en om dat wat er te voelen valt met behulp van bewuste ademhaling, intuitieve beweging en klank in beweging te brengen. Daarbij heb ik in de loop van de tijd stap voor stap de trauma-fasen in omgekeerde volgorde doorlopen: allereerst ontspanning van mijn gezichtsmasker, vervolgens het ont-dooien van het onderdrukte gevoel van doodsangst, daarna het toelaten van de autonome bewegingen die horen bij de instinctieve vlucht-reactie van mijn lichaam en tenslotte het opnieuw voelen van de woede. Aan het einde van deze innerlijke reis werd het vervolgens stil. En in de ruimte die innerlijk ontstond door het loslaten van de oude onderdrukte gevoelens welden nieuwe overtuigingen op: ‘Ik ben het waard om bemind te worden’, ‘Ik ben’, ‘Het is veilig om te ontvangen wat anderen me willen geven’. Nieuwe overtuigingen die niet alleen mijn waarneming van de werkelijkheid kleuren, maar ook werken als een magneet waarmee ik andere ervaringen aantrek. Hiermee heb ik op latere leeftijd een nieuw begin van mijn leven kunnen maken. Alsnog een goed begin.

De reactie van mijn inmiddels 19 jarige dochter op mijn innerlijke transformatieproces was: “Je bent veranderd, papa. Ik heb nu pas het gevoel dat je er echt bent”. Dat was enerzijds pijnlijk om te horen, omdat ik als kind zelf ook mijn vader op een bepaalde manier gemist heb en dolgraag een betere vader voor mijn kinderen wilde zijn. Anderzijds was het ook een bevestiging van wat ik zelf voelde: dat ik eindelijk thuis gekomen was bij mijzelf en pas nu – vanuit die stevige thuisbasis – er helemaal voor mijn kinderen kon en kan zijn.

Het is nooit te laat om opnieuw te beginnen!

Wil jij ook een begin maken met je persoonlijke ontwikkeling als man? Dan kan ik je van harte aanbevelen om deel te nemen aan het Free Man Festival of de training Mannen voor de Wereld die vanuit Mannenhart georganiseerd worden.

Ben je er aan toe om oude wonden in relatie tot je moeder of vader te helen? Misschien is de 4-daagse Het Pad van de Wildeman-training een goed moment om daarmee een begin te maken!